Afgelopen donderdag is de paddenpoel gegraven. Gelukkig was het net een dagje mooi weer. De dag erna heeft het alleen maar geregend. Gevolg is dat de paddenpoel nu redelijk vol staat met water. De man die het graafwerk deed had er duidelijk lol in. Hij heeft al zijn creativiteit erin gelegd en er iets moois van gemaakt.
De grond uit de paddenpoel dient als omringende wal om beschutting te bieden aan de winden die normaal gesproken uit het westen waaien en zo nu en dan uit noordelijke of oostelijke richting. De wal vormt een soort hoefijzer met de opening op het zuiden, wat zorgt voor beschutting tegen wind en zonnewarmte vanuit het zuiden. Het geheel is zo ontworpen dat niet alleen een gunstige broedplaats voor amfibieën ontstaan maar waardoor ook een microklimaat kan ontstaan voor de groei van fruit uit warmere gebieden, zoals druiven en kiwi.
Over het belang van de paddenpoel schreef ik al eerder een blogje. De paddenpoel moet dienen als broedplaats voor amfibieën en insecten waarbij de beschutting plek geeft om te overwinteren. We hopen natuurlijk op veel padden, kikkers, salamanders en allerlei insecten zoals libellen. Die staan namelijk aan het begin van een ecosysteem waardoor de biodiversiteit wordt bevorderd.
De paddenpoel gaat omringd worden door planten die weer volop insecten aantrekken die nodig zijn voor de bestuiving van fruitbomen zodat er vruchten kunnen ontstaan. Wie in de Betuwe woont weet dat dit van groot belang is voor de lokale economie. Zonder insecten geen bestuiving en zonder bestuiving geen fruit.