Lammertijd

Dit is Gerrit, onze ram. Hij is op 11 november 2017 bij ons gekomen. Gerrit is net als drie van onze schapen een volbloed Wiltshire Horn en bleek een goede match met onze ooien. Om een goede ram voor onze dames te vinden hoeft op zich niet zo lastig te zijn, maar je moet wel weten hoe dat werkt. Om de raszuiverheid te behouden en te voorkomen dat er sprake is van inteelt is het matchen van de juiste ram belangrijk. Gelukkig bestaat er een hulpmiddel.

De Vereniging Speciale Schapenrassen (VSS) heeft een softwaresysteem ontwikkeld waarmee een match gemaakt kan worden. En zo kwamen wij uit bij Gerrit. Hij had er al een dek-ronde opzitten en was beschikbaar voor een tweede ronde. Wij waren wat aan de late kant. Alles wat schapenhouden betreft was nog zo nieuw dat wij ons in oktober pas realiseerden dat er een ram moest worden geselecteerd. Het heeft een aantal dagen gekost voordat ik goed en wel in de gaten had hoe het systeem werkte en hoe de onderhandelingen voor de aanschaf in zijn werk gingen.

Op een zaterdagmiddag haalden wij Gerrit op. Heel gewillig ging hij mee in de aanhanger. Bij aankomst bij onze schapenwei kwamen de dames al nieuwsgierig poolshoogte nemen. Gerrit had er wel zin in want na een hoop gesnuffel besprong hij gelijk een van de ooien en binnen 5 minuten had hij nummer twee al te pakken. Wij hebben er giechelend bij staan kijken.

De eerste lammeren

De draagtijd van de ooien is ongeveer 150 dagen. Twee ooien waren al behoorlijk dik de laatste dagen en vertoonden ander gedrag dan normaal, dus ieder moment kon er wel wat komen. Afgelopen zondag zaten wij koffie te drinken en keken uit over de schapenweide. Ineens zie ik iets klein en wits in de wei. “Ik zie een lammetje!” riep ik verrukt uit. Dus op een holletje naar de schapen. Ja hoor, de eerst ooi was bevallen van een tweeling

De dag erop werden bij twee andere ooien weer ieder twee lammetjes geboren. Een van de ooien is onze Dieuwertje die voor het eerst gedekt was. Over het algemeen is de eerst worp een eenling. Deze lammetjes, allebei van het mannelijk geslacht, waren wel heel erg klein. Dieuwertje, zelf ooit een leblammetje, wist niet goed raad met haar kroost en liet ze een beetje aan hun lot over. Na uren van regelmatige observatie had ik nog geen drinkbewegingen gezien. Wat nu? Wij zagen het niet zo zitten om opgezadeld te worden met twee leblammetjes die om de zoveel uur de fles moeten krijgen.

Leblammetjes

Wij besloten om het drietal op te sluiten. Dus een van de twee schuilhutten gereed gemaakt en Dieuwertje gelokt met brokken. Het kleinste lammetjes moesten wij zelf meenemen, te verzwakt om mee te komen. Mijn man en ik zijn daarna aan de slag gegaan. Hij hield Dieuwertje vast en ik probeerde de uiers te melken. Let wel dat had ik ook nog nooit eerder gedaan! En na een paar minuten kwam er inderdaad een straaltje melk uit. De eerste hobbel was genomen.

De volgende stap was het aan het drinken zetten van de lammeren. Dat ging totaal niet. Van alles geprobeerd. Lam in de goede richting duwen. Kopjes tegen de uier stoten, wat de lammeren altijd doen, om vervolgens het lam bij de tepel te houden. Uiteindelijk heb ik zelfs de bekjes opengemaakt en de tepel erin gestopt. Maar zoals het spreekwoord luidt: “je kunt een paard naar het water brengen, maar je kunt het niet forceren te drinken” was ook hier aan de orde.

De natuur redt zichzelf

Voor het naar bed gaan had mijn man nog een tijdje bij Dieuwertje gezeten. Er waren wat drinkpogingen maar echt fanatiek was het niet. Ik heb er een nacht slecht van geslapen.

Schaap en lammeren observeren

De volgende morgen waren beide lammetjes opmerkelijk levendig. Een pak van ons hart. Ik heb nog een tijd bij Dieuwertje doorgebracht in het hok en inderdaad ze wisten de weg naar de tepels te vinden en moeder liet het toe.

Na een paar uur ging ik weer even kijken. Een van de twee lammeren was uit het hok ontsnapt en lag erbuiten te slapen. Ik zette hem terug in het hok. Hij besprong de tepel en dronk of zijn leven ervan afhing. ’s Middags heb ik ze weer losgelaten en bleven ze netjes met z’n drieën bij elkaar. Dat het nog niet helemaal goed zit bleek vanmiddag. Dieuwertje lag met slechts een lam in de wei, de tweede was spoorloos. Tot ik een eindje verder een van de andere schapen zag liggen met drie lammeren. Hoofdschuddend ben ik maar gauw weggelopen, de natuur redt zichzelf wel.