Paleo lifestyle – Dag 362

Vorig jaar wees een vriendin mij op de paleo principes voor voeding. Ik had er nog nooit van gehoord. Ze deed een cursus in het paleodieet. Maar ja ik hou mij al bezig met biologisch en vegetarisch en permacultuur dat vind ik wel even genoeg. Ook ligt mijn interesse niet zo zeer bij koken maar meer bij het kweken van voedsel. Dus ik liet het onderwerp liggen.

PaleodieetToch heeft het eten volgens het paleolitische dieet van de jager-verzamelaar mij niet losgelaten sinds zij mij daar op wees en kom ik het steeds weer tegen – een natuurlijke wetmatigheid. Vorige week kwam ik zelfs een boek tegen in de boekenwinkel. Niet gekocht maar wel extra getriggerd dus ging ik op onderzoek uit. Het paleodieet stoelt op de gedachte dat de jager-verzamelaar met zijn specifieke voedingspatroon heel lang heeft kunnen overleven. Op zich niets nieuws want dat doen andere diëten, zoals de voedselzandloper van Kris Verburgh en het rauw voedseldieet, ook.

Het paleodieet gaat weer uit van andere producten en andere combinaties. Zo bestaat het dieet uit vis en vlees dat op een natuurlijke manier gevoed is en verder uit groente, fruit, wortels en noten. Wat er niet bij past zijn granen, peulvruchten, zuivel, zout, suiker, bewerkte olie en vet. Nou dat is nogal wat. Nu ben ik er zelf inmiddels van doordrongen dat we zo min mogelijk bewerkt voedsel moeten eten, maar zonder zout en suiker werken is een uitdaging. Het zelf bereiden van voedsel heeft altijd voordelen, je weet wat er in gaat en het hoeft niet lang houdbaar te zijn.

Eigenlijk ben ik weer terug bij de conclusie die ik altijd al heb: ik doe niet aan diëten, ik eet gewoon gevarieerd en zo veel mogelijk zelf bereid. Aan ieder dieet kleven wel voor- en nadelen, het gaat gewoon om de balans.

Op mijn zoektocht kwam ik een filmpje tegen van Jonathan Fields, de oprichter van the Good Life Project, die John Durant interviewt, de schrijver van het boek The Paleo Manifesto. De twee hebben een uiterst boeiende conversatie over diverse aspecten van het leven, over gezondheid, de manier waarop we naar ons lichaam kijken, onze verhouding in de sociale context en de rol van voeding daarin. Hun conclusie is “wij zijn wat we eten” en we moeten het goede leven niet doceren maar vooral praktiseren.